De ontregelende wereld van Dick Verdult
5 november 2023 nieuws
— recensie door Lourens Scholing, geschreven op 4 oktober voor 3voor12 Overijssel, met foto’s door Jeroen Helle
Ik leef al een week in de wereld van Dick Verdult. Dick Verdult. Een naam als een stripheld. Of een tripheld. Hoe dat zo komt?
Vorige week zag ik Dick Verdult (of Dick El Demasiado, zoals zijn muzikale nom de plume luidt) optreden. Podium voor avontuurlijke muziek De Perifeer organiseerde de avond, in theater MIMIK. Dick El Demasiado bracht Cumbia ten gehore: vierkante, Latijns-Amerikaanse hosmuziek waarover hij leuzen schreeuwde door een arsenaal aan speciale effecten. Als een kermisexploitant, maar dan fucking trippy.
Dat was nadat ik zijn film ‘Als je gat maar lacht’ zag. En die film man, daar moeten we het echt eens over hebben. Wat is dat een hallucinante aangelegenheid, jeetje. Een beetje Flodder meets Alejandro Jodorovsky. Hoe je tegenwoordig geld bij elkaar krijgt voor zo’n toestand is me een raadsel.
Want laat ik vooropstellen: ‘Als je gat maar lacht’ is niet op een achternamiddag gemaakt. Het is een productie. Een moevie. Het Filmfonds. Acteurs. Rode lopers. Knallend magnesium. Lysergamides in de glazen.
Ok, het verhaal. ‘Als je gat maar lacht’ gaat over de van alle werkelijkheidszin losgezongen wereld van de superrijken. Centraal in de film staat Amy, enig kind van een stel gedegenereerde kakkers. Amy wil artiest zijn (ik bedoel, dat is waar je voor kiest als je de Maslovpiramide vervolmaakt hebt, haha!). Specifiek: ze maakt Kabuki: een Japanse vorm van theater die (zo vertelt Wikipedia mij) met name wordt (werd?) opgevoerd voor de gewone Japanner.
Dubbele appropriatie dus: een culturele en een (waarom bestaat dat woord niet in het Nederlands?) klassistische. En daar hebben we (hoppa!) direct het thema van de film te pakken: het verlangen van de one percent naar de authentieke ervaringen van arme donders. Denk backpacken in Zuidoost Azië. Denk Burning Man. Denk een onnozele influencer die zich laat fotograferen voor een Indonesische sawa vol met peentjes zwetende seizoenarbeiders. Amy zegt het zelf ergens in de film: “Ik zou zo graag eens arm willen zijn. Al dat geld neemt alleen maar problemen met zich mee.”
Maakt dat van ‘Als je gaat maar lacht’ een maatschappelijke satire? Daarvoor stoot de film niet hard genoeg door. Het thema is vooral een platform voor Verdult om zijn absurdistische hoogstandjes op te etaleren. Soms doet hij dat keihard en ontregelend. En soms verliest hij zich in flauwigheid, bijvoorbeeld wanneer hij twee Amerikaans radio-hosts ten tonele laat verschijnen (“Holland? Yes I’ve been to Copenhagen”. Flauw!).
Nog een aspect waar ‘Als je gat maar lacht’ niet genoeg doorpakt: het voorhouden van een spiegel voor het publiek. Want kan dit soort werk gemaakt worden zonder patronage van een culturele elite met disposable capital, op zoek naar authenticiteit? Is de kunstenaar vaak niet zelf een speeltje van een strontverveelde bovenlaag die zich sleept van opening naar opening en oh my god darling just look it this amazing work? Ik zie het wel. Maar die Gordiaanse knoop wordt niet ontward.
Tussen ‘Als uw gat maar lacht’ en de cumbia van Dick El Demasiado doet Peter Fengler (een van de hoofdrolspelers uit de film) performance art. Absurdistisch theater in de geest van Tristan Tzara of Fluxus. Zoals wanneer hij minutenlang een lijst met namen van kunstenaars en andere figuren uit de avant-garde declameert. Ik vond het fantastisch. En even hoopte ik dat iemand een schoen ofzo in zijn richting zou gooien. Gebeurde niet, trouwens.
Anyway, ik leef nog even door in de wereld van Dick Verdult. Checkte ook zijn website nog even, voor het slapengaan. Daar staat een bericht van een Nigeriaanse generaal die in 1973 drie vrachtwagens vol met werk van Dick Verdult buitmaakte in een verlaten bunker in Lagos. Of we daar een aanbetaling voor willen doen, via zijn neef. Haha! Goed zeg.